Beleidsregels stikstof aangepast | Provincie Zeeland
Voor een bedrijfsuitbreiding, de aanleg van een weg of het starten van een andere activiteit die stikstofdepositie veroorzaakt is een natuurvergunning nodig.
De initiatiefnemer moet er daarbij voor zorgen dat de totale stikstofneerslag gelijk blijft of daalt.
Bij extern salderen neem je de stikstofruimte over van een ander bedrijf om ruimte te creëren voor nieuwe economische of maatschappelijke activiteiten. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanneer de saldogever leegstaande stallen heeft waar wel stikstofrechten op rusten. Niet alle ruimte die vrijkomt, kun je overigens inzetten. Bij extern salderen kan een initiatiefnemer maximaal 70% van de overgenomen stikstofruimte inzetten voor nieuwe activiteiten, 30% komt ten goede aan de natuur. Zo daalt de stikstofneerslag per saldo. Ook worden de vergunningen van de betrokken ondernemingen
Extern salderen kon al langer, maar het is nu ook mogelijk om rechten van veehouderijen te kopen. Er zijn enkele ondernemers, ook agrarische, die gebruik willen maken van dit instrument om hun bedrijf vooruit te helpen.
Om daarbij ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan, zijn aanvullende afspraken gemaakt. Zo moeten initiatiefnemers die extern willen salderen met een veehouderij zich vooraf melden bij hun provincie. Ook stimuleren provincies sloop en herontwikkeling van locaties. Op illegaal gebruik van locaties die niet meer gebruikt worden, wordt actief gehandhaafd. Verder wordt de regeling voorlopig voor een jaar ingesteld. Maandelijks monitoren de provincie Zeeland en de betrokken sectoren hoe de regeling uitpakt en wat de effecten zijn. Als er ongewenste effecten optreden, kan de mogelijkheid voor extern salderen ook weer stopgezet worden.
Een ander nieuw instrument is het verleasen van stikstof. Bij verleasen stelt een ondernemer tijdelijk een deel van zijn ongebruikte stikstofruimte beschikbaar aan een ander. Dat verleasen van stikstof kan een oplossing zijn voor projecten waarbij tijdelijk stikstof vrij komt. Denk bijvoorbeeld aan de aanleg van wegen, huizen of nieuwe natuur. Daarbij komt tijdelijk stikstof vrij, bijvoorbeeld door de aanvoer van bouwmaterialen. Als die uitstoot van invloed is op nabijgelegen stikstofgevoelige natuur, is een vergunning nodig. Verleasen zorgt voor de benodigde stikstofruimte. Door verleasen is het voor een ondernemer aantrekkelijk om tegen een vergoeding tijdelijk minder activiteiten te verrichten en de ruimte die dan ontstaat door iemand anders te laten gebruiken.
De provincie werkt aan een Zeeuwse stikstofaanpak. We zitten met alle Zeeuwse partijen om tafel: van akkerbouwer tot natuurorganisatie; van recreatiesector tot industrie. Samen nemen we maatregelen, die moeten leiden tot natuurherstel en structurele verlaging van de stikstofneerslag.
Stikstofruimte die vrijkomt, wordt per natuurgebied geregistreerd. Er is hiervoor een regionaal stofregistratiesysteem in de maak. Dit maakt het mogelijk om stikstofruimte die bij een transactie niet direct wordt benut te ‘bewaren’ tot een later moment.30 procent van de vrijgekomen stikstofruimte komt ten goede aan de natuur. Provincies kunnen daardoor weer vergunningen verlenen voor nieuwe activiteiten op het gebied van wonen en werken.
Tegelijkertijd blijft de provincie bij het Rijk aandringen op een legalisering van de zogenoemde PAS-meldingen. Activiteiten met een beperkte stikstofuitstoot die onder het PAS waren vrijgesteld van de vergunningplicht en konden volstaan met een melding hebben nu alsnog een vergunning nodig. Om de activiteiten van deze ondernemers – die te goeder trouw hebben gehandeld – te legaliseren is extra stikstofruimte nodig. De minister heeft het op zich genomen hiervoor met oplossingen te komen.
Meer informatie vindt u op de website van het IPO (Interprovinciaal Overleg).
10 sep. 2020 02:00:00