De burgemeester van Amsterdam

Gelet op artikel 2.49 lid 1 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (APV).

Overwegende dat:

•

Er een tijdelijk verbod op straatartiesten en –muzikanten van kracht is;

•

Er in Nederland sprake is van een uitbraak van het Covid-19 virus, waarmee een ernstig gevaar voor de volksgezondheid gepaard gaat;

•

Het aantal besmettingen in Amsterdam en in stadsdeel Centrum nog steeds zorgelijk hoog is;

•

Ter bestrijding van deze uitbraak voorschriften zijn vastgelegd in de Noodverordening Covid-19 Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 18 november 2020, waarin onder andere een verbod op het niet houden van een veilige afstand, een verbod op het organiseren en laten plaatsvinden van een samenkomst zonder aanwezigen in staat te stellen 1,5 meter afstand van elkaar te houden, een verbod op groepsvorming met meer dan vier personen buiten en een verbod op evenementen;

•

Het druk is in Amsterdam in het bijzonder in stadsdeel Centrum en het Museumplein en omgeving;

•

Optredens van straatartiesten en -muzikanten veel publiek trekken, waarbij de aanwezigen onvoldoende afstand tot elkaar houden, het niet mogelijk is de publieksstromen van elkaar te scheiden en het verbod op het vormen van een groep van meer dan vier personen wordt overtreden;

•

Het gelet op bovenstaande niet wenselijk is het optreden als straatartiest of straatmuzikant weer toe te staan in stadsdeel Centrum en het Museumplein en omgeving;

•

Dat het belang van de betreffende artiesten bij het optreden in stadsdeel Centrum en het Museumplein en omgeving erkend wordt, maar het belang van de bescherming van de volksgezondheid zwaarder weegt en het verbod tijdelijk van aard is;

Besluit: