Langzaam gaat de culturele sector van het slot.

Vanaf 18 mei gaan de bibliotheken beperkt weer open. Op 1 juni volgen musea, bioscopen en culturele instellingen. Alles onder strikte voorwaarden. De coronacrisis treft ook de Eper culturele ondernemers en organisaties. Wethouder Jan Aalbers ziet hun zorgen én hun veerkracht.

Van die veerkracht heeft Aalbers sterke staaltjes gezien. “Na de eerste schok ontstonden vrij snel digitale oplossingen: van muziekles via Zoom en Skype tot cultuuronderwijs per e-mail en van een alternatief ‘stroopwafel-concert’ tot ‘Stillleven@home’. De Afhaalbieb van Bibliotheek Noord-Veluwe haalde zelfs het landelijke nieuws.” De wethouder is onder de indruk van alle creativiteit.

Toch zijn er ook zorgen. “Voorstellingen, concerten en tentoonstellingen gaan niet door en inkomsten vallen dus weg. Sponsoren trekken zich terug. Kosten zijn al gemaakt en investeringen al gedaan”, somt Aalbers op. “Doorgaans plant de culturele sector ver vooruit. Nu is dat anders. Voorlopig is nog onduidelijk welke maatregelen tot wanneer gelden. Ondernemers en organisaties laten hun plannen in de kast.”

Ondertussen gaat de gemeente coulant om met de subsidieafspraken. “Zo bekijken we of subsidieontvangers hun activiteiten anders of later kunnen organiseren. Sommigen huren hun accommodatie van de gemeente. Zij kunnen daarvoor nu uitstel van betaling bij ons aanvragen.” Het weer opstarten van culturele activiteiten gaat gepaard met uitdagingen. Vooral de anderhalve-metermaatregel is lastig: “Kleine musea, podia en galerieën kunnen die niet of nauwelijks garanderen. Organisatoren zijn zelf verantwoordelijk voor de naleving van de corona-maatregelen. Hun brancheorganisaties kunnen hen daarbij helpen. Cultuurconnectie heeft bijvoorbeeld een ‘Protocol verantwoord naar een les/cursus/training’ opgesteld”, weet de wethouder.

De waarde van cultuur staat voor Aalbers buiten kijf. “Het biedt ons troost, afleiding en ontspanning. Kijk maar naar de concerten in de tuin van zorgcentra. Kunst en cultuur maken ons bewust van onze geschiedenis. We markeren er speciale momenten mee, zoals 4 en 5 mei en 75 jaar vrijheid. We vinden er houvast en betekenis in. Met kunst geven we uiting aan wat we belangrijk vinden. Ook in deze soms onwerkelijke tijden.” De cultuursector heeft ook een economische waarde, wil Aalbers graag benadrukken: “Er is een duidelijke relatie met recreatie en toerisme. Dat is ook voor onze gemeente van groot belang. Daarnaast is er in onze dorpen een bloeiend cultureel verenigingsleven. Ook daar is de impact van de coronacrisis enorm.”

Die impact kent Aalbers uit eigen ervaring: “Zelf speel ik hobo en althobo in Serenova, het Eper symfonieorkest. Al wekenlang kunnen we niet meer samen spelen en ik kan je vertellen: alléén spelen is niet leuk. Gelukkig biedt onze dirigent Marcel van der Wulp ons nu elke week een online tip voor een mooie muziekbeleving.” Nogmaals komt hij terug op de waarde van cultuur: “Alles van waarde is zeker niet weerloos. Wel kwetsbaar en gelukkig veerkrachtig. Ondanks al hun zorgen blijken culturele organisaties en ondernemers onstuitbaar. Als ze samenwerken en hun ervaringen en kennis delen, dan kunnen ze elkaar versterken. Kunst en cultuur gaan immers bij uitstek over verbinding. Die verbinding is meer dan ooit nodig.”